Op bezoek bij het Taalhuis

taalhuis 2 hoogeveen.jpg
Afbeelding Gijs.jpg
Door Gijs Verstegen op 19 maart 2024 om 21:30

Op bezoek bij het Taalhuis

Laag geletterdheid wordt regelmatig genoemd in de Raad. We hebben er bij de Armoedeconferentie een workshop over gehad. Duidelijk is dat er ongeveer 8000 inwoners van Hoogeveen moeite hebben met lezen en schrijven. Zij verdienen onze aandacht. Allereerst door te letten op ons eigen taalniveau. Na het schrijven van dit artikel ga ik controleren of mijn tekst leesbaar is op B1-niveau. 

Waarom B1? B1 staat voor iemand die beginnend gevorderd is. Het is het niveau dat iemand met een Mbo 4 opleiding zou moeten hebben. Ook mensen die hier inburgeren wordt het B1-niveau aangeboden.  Wat mij dan direct opvalt is dat er nog heel veel jongeren zijn die een meer praktische opleiding volgen. Ook zijn er veel mensen die nooit een Mbo-opleiding hebben gedaan. Dat kan betekenen dat het goed gaat op het werk. Ook het huishouden is geen groot probleem. Ook zonder het lezen van een handleiding kun je een nieuw apparaat aan het werk krijgen. Alleen theoretisch opgeleiden vinden dat een risico.  

Er ontstaat een probleem wanneer er gevraagd wordt een formulier in te vullen en de tekst onbegrijpelijk is. Vaak is er wel iemand die het wil uitleggen en helpt met invullen, maar je wilt het zelf kunnen. Bovendien komen die formulieren op het moment dat je het moeilijk hebt. Ze komen wanneer hulp je nodig hebt. Hulp bij de opvoeding, hulp bij het omgaan met geld, hulp bij ziekte. Ze komen wanneer je hoofd overloopt en je er niets bij kunt hebben. En wanneer er niemand is die je kan helpen. Dan moet het ook nog digitaal. Ga er maar aan staan! 

Als fractie schrokken we van het beperkte aantal mensen met Nederlands als eerste taal die meedoen in het Taalhuis. Annet Hofstra (Taalhuiscoördinator) maakte duidelijk dat dat niet zo vreemd is. Je vraagt geen hulp bij het lezen als het niet echt nodig is. Wanneer het echt nodig is loopt je hoofd al over en kun je niet leren. Wie wel komen zijn vaak te moe van hun werk of het huishouden. Bovendien hebben zij nooit leren leren.  

En toch gebeurt er veel. Er zijn mensen die komen en lang blijven. Lezen en schrijven leer je in jaren, niet in weken. Zo zijn er nu 78 deelnemers. Al deze mensen worden begeleid door 60 vrijwilligers. De grootste vraag blijft: “Hoe bereiken we mensen zo dat ze gaan leren lezen.” Hier worden eerst de taalambassadeurs genoemd. De mensen die zelf dankzij het Taalhuis beter hebben leren lezen. Daarnaast is er een breed netwerk van mensen die in hun eigen omgeving aandacht vragen voor mensen die beperkt kunnen lezen en schrijven. Annet stimuleert iedereen, van welzijnswerkers tot werkgevers, van vrijwilligers in de schuldhulpverlening tot thuiszorgondernemers en ambtenaren om aandacht te hebben voor laaggeletterden. Ze doet dat zeer enthousiast.  

De politiek is een belangrijke partner. Wij kunnen blijven vragen om te letten op ons taalgebruik in brieven en formulieren. Moeilijker dan B1 is echt niet nodig. Voor wie formulieren niet begrijpelijk zijn, is er in de bibliotheek steeds hulp te vinden. We kunnen het werk van het Taalhuis versterken. Bij ieder openbare bijdrage en bij ieder werkbezoek kan het een vraag zijn: “Is wat je schrijft begrijpelijk voor je doelgroep?” Tenslotte: “Ook wij kunnen mensen in onze omgeving bekendmaken met het Taalhuis.” 

Gijs Verstegen. 

Ps. Deze tekst heeft B1-niveau, volgens Accessebility (Leesniveau | Accessibility.nl) 

Labels: ,