Asfaltdossier
Vorige week hebben we een aantal kritische vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over het asfaltdossier. Dit is een casus waarbij de gemeente valse facturen heeft betaald voor asfalteerwerk dat nog niet was uitgevoerd. De bedoeling van de vragen is om soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen. Want het functioneren van de gemeente gaat ons aan het hart.
De aanleiding voor de vragen is de berichtgeving in het Dagblad van het Noorden en de daaropvolgende reactie van het college. Het artikel stelt dat meerwerk in rekening is gebracht voordat de werkzaamheden begonnen, terwijl dit niet met de gemeenteraad is gedeeld. De ChristenUnie vraagt waarom deze informatie niet met de raad is besproken. Daarnaast roept de communicatie van het college over de conclusie van het rapport van Hoffmann vragen op. Waar het college stelt dat er geen sprake is van fraude of persoonlijk gewin, wijst het rapport er volgens de fractie juist op dat niet kan worden vastgesteld of hiervan sprake is geweest. Dit verschil vraagt om opheldering.
Ook de omgang met meldingen over mogelijke misstanden komt aan bod in de vragen. De ChristenUnie heeft signalen ontvangen dat er in 2022 interne meldingen zijn gedaan over opvallendheden, zoals dubbele indexaties en onregelmatigheden in de facturatie. Volgens betrokkenen zouden deze meldingen destijds niet zijn opgepakt. De fractie wil weten waarom er geen actie is ondernomen.
Een belangrijk punt van zorg is de positie van melders binnen de organisatie. Hoewel de directie van de SWO in een nieuwsbericht stelt dat meldingen serieus worden genomen, blijkt uit andere berichten dat een melder al maanden thuiszit vanwege een onwerkbare situatie. De ChristenUnie vraagt hoe het college deze situatie beoordeelt en hoe de nieuwe organisatiestructuur, die per 1 januari wordt ingevoerd, ervoor zorgt dat meldingen in de toekomst beter worden behandeld.
We willen dat de organisatie leert van deze zaak en dat vergelijkbare situaties worden voorkomen. Het is belangrijk dat meldingen serieus worden genomen en dat er een werkcultuur ontstaat waarin integriteit vooropstaat.
